Spinnenweb onderzetters

Haaksteken: Lossen, Vasten, Halve vasten, Halve stokjes.
Borduursteek: Kettingsteek.

Begin:

Haak een ketting van 6 lossen en sluit deze met een halve vaste zodat je een cirkel krijg. (Foto 1)

Toer 1: Begin met 2 lossen en haak daarna de cirkel in het rond met halve stokjes. Sluit de cirkel met een halve vaste. (Foto 2)

Toer 2: Begin met 2 lossen en haak daarna de cirkel in het rond met 2 halve stokjes in 1 steek. Sluit de cirkel met een halve vaste. (Foto 3,4,5)

Toer 3: Begin met 2 lossen en haak daarna 1 half stokje in 1 steek, 2 halve stokjes in 1 steek, 1 half stokje in 1 steek. Herhaal dit totdat je weer rond ben en sluit de cirkel met een halve vaste.

Toer 4: Begin met 2 lossen en haak daarna 1 half stokje in 1 steek, 1 half stokje in 1 steek, 2 halve stokjes in 1 steek, Herhaal dit totdat je weer rond ben en sluit de cirkel met een halve vaste.

Toer 5: Begin met 2 lossen en haak daarna 1 half stokje in 1 steek, 1 half stokje in 1 steek, 1 half stokje, 2 halve stokjes in 1 steek, Herhaal dit totdat je weer rond ben en sluit de cirkel met een halve vaste.

Knip en hecht het draad af aan de achterkant van de cirkel.(Foto 6)

Hecht het draadje in het midden van de cirkel niet af !!

Het spinnenweb:

Neem draad van een andere kleur om het spinnenweb te maken.

Haak met deze kleur een rand van vasten boven op de cirkel.

Knip en hecht het draad af aan de achterkant van de cirkel.(Foto 7,8,9,10)

Pak een naald met een puntje (dit werkt fijner dan een naald met een stompe punt) en doe daar een lang stuk draad in. (Foto 11)

Eerst verdelen we de cirkel in 8 (taart) puntjes. Plaats op elke 8ste steek een steek markeerder.
(Foto 12,13,14,15,16,17)

Begin met borduren van de kettingsteek aan de bovenkant van de cirkel bij de steekmarkeerder. Steek je naald net onder de gekleurde rand in en borduur recht naar beneden naar het middelste gaatje in het midden van de cirkel. Daarna borduur je vanuit het kleine gat in het midden van de cirkel weer naar boven naar de volgende steekmarkeerder toe.

Wanneer je boven aan ben steek je de naald onzichtbaar aan de achterkant van je werkje naar de volgende steekmarkerder toe en begin je weer met borduren van de volgende spinnenweb draadje.

Dit herhaal je totdat je alle spinnenweb draden hebt geborduurd. Nu zijn de hoofddraden van het web klaar.

Nu het laatste stukje van het web. (Foto 18,19,20)

Steek je naald en draad onzichtbaar aan de achterkant een stukje naar beneden. Steek daarna de naald vanaf de achterkant naar voren precies onder de hoofddraad aan de voorkant van je werkje. Rijg het draad telkens door de volgende hoofdraad (rijtje kettingsteken) heen op de zelfde hoogte, totdat je helemaal rond ben. Steek de naald weer naar de achterkant.

Nu herhaal je alles weer en trek je op deze manier 4 web draadjes.

Daarna afhechten van de draad en als laatste hecht je het draad af van het gaatje in het midden van de cirkel zodat deze iets kleiner word. (Foto 21)