
Ja hoor…. Het is al weer November, de tijd van het jaar dat ik altijd ga nadenken wat voor leuke dingen
ik wil gaan maken voor de kerst. Na wat nadenken en rondkijken op het internet kwam ik een foto van
een oude bekende tegen, de kerstboom hanger. Speciaal voor jullie heb ik het patroontje hiervoor geschreven zodat jullie hem ook kunnen maken. Hang de kerstboom hanger in de kerstboom, maak er een mooie slinger van of geef hem weg als kerstgroet. Als je inplaats van het koordje de kerstboom op een sate prikker vastmaakt kan je hem ook leuk verwerken in een kerststukje.
Veel haak plezier..
Benodigdheden; Gekleurd katoen, Haaknaald, Naald, 7 Kleine kraaltjes, 1 Grote kraal



Patroon:
Het patroon bestaat uit 7 gehaakte cirkels die telkens 1 toer groter gehaakt zijn.
Haak altijd eerst het stukje wat tussen de haakjes staat en ga dan pas veder met de rest van het patroon.

Cirkel: 1
Maak een magische cirkel en haak 2 losse. Haak daarna 5 vasten in de magische cirkel en sluit
de cirkel met een halve vaste.
Cirkel: 2
(Haak eerst Cirkel:1)
Haak na het sluiten van de cirkel 1 losse. Haak daarna in het rond door telkens
2 vasten in 1 steek te haken. Sluit de cirkel met een halve vaste.
Cirkel: 3
(Haak eerst Cirkel 1 en 2)
Haak na het sluiten van de cirkel 1 losse. Haak daarna in het rond door telkens
1 vaste in 1 steek en 2 vaste in 1 steek te haken. Sluit de cirkel met een halve vaste.
Cirkel: 4
(Haak eerst Cirkel 1, 2 en 3)
Haak na het sluiten van de cirkel 1 losse. Haak daarna in het rond door telkens
2 vaste in 1 steek en 2 vaste in 1 steek te haken. Sluit de cirkel met een halve vaste.
Cirkel: 5
(Haak eerst Cirkel 1, 2, 3 en 4)
Haak na het sluiten van de cirkel 1 losse. Haak daarna in het rond door telkens
3 vaste in 1 steek en 2 vaste in 1 steek te haken. Sluit de cirkel met een halve vaste.
Cirkel: 6
(Haak eerst Cirkel 1, 2, 3, 4 en 5)
Haak na het sluiten van de cirkel 1 losse. Haak daarna in het rond door telkens
4 vaste in 1 steek en 2 vaste in 1 steek te haken. Sluit de cirkel met een halve vaste.
Cirkel: 7
(Haak eerst Cirkel 1, 2, 3, 4, 5 en 6)
Haak na het sluiten van de cirkel 1 losse. Haak daarna in het rond door telkens
5 vaste in 1 steek en 2 vaste in 1 steek te haken. Sluit de cirkel met een halve vaste.
Hecht alle draadjes van de 7 cirkels af.
8. Haak een koord van 40 losse en naai het uiteinde zo vast zodat je een lusje krijgt.




Rijg de kleine kraaltjes en de cirkels van klein naar groot op het koordje, de grootste kraal als laatste.
Naai laatste (plaatje 9) de kleine stukjes katoendraad aan de grote kraal vast.


