
Speciaal voor de beginnende haaksters/haakers heb ik voor de kerstdagen dit patroon gemaakt. Deze leuke verrassing kabouter heeft een geheim zakje. Stop wat snoepjes in de kabouter en hang hem in de kerstboom. Op kerstavond mag je zoon, dochter of kleinkind de kabouter uit de kerstboom halen en de hoed van de kabouter naar achter trekken zodat het verstopte zakje zichtbaar word. Hoe leuk is dat dan!
Natuurlijk kan je de kabouter ook erg leuk als geur zakje gebruiken.
Veel plezier….
Benodigdheden; Haaknaald, Naald, 1 grote en 5 kleine kralen, Belletje, Katoen garen.
Soorten steken; Stokjes, Vaste, Halve vaste, Losse.
Patroon:
Tip: Hou in het begin en het einde van je haakwerkje ruim draad over voor het in elkaar zetten van de
verschillende onderdelen. Je hecht dus alleen draad af als het aangegeven word in het patroon.
Het lijfje (zakje)
1. Haak een ketting van 30 Losse.
2. Haak 3 losse en 30 stokjes.
3. Haak 2 losse en 30 vasten.
4. Herhaal punt 2 en 3 vier keer.
5. Haak 3 losse en 30 stokjes.
6. Knip (lang stukje) het draad door en haal het door het lusje heen.
Vouw het lapje dubbel en haak of naai de twee zijkanten van boven naar beneden dicht. (Zie foto’s)



De hoed.
1. Haak 3 losse en haak 2 stokjes in de eerste steek.
2. Haak 3 losse en 1 stokje in de eerste steek, 1 stokje (in de volgende steek) , 2 stokjes in de laatste steek.
3. Haak 3 losse en 1 stokje in de eerste steek, 3 stokjes (in de volgende 3 steken), 2 stokjes in de laatste steek.
4. Haak 3 losse en 1 stokje in de eerste steek, 5 stokjes (in de volgende 5 steken), 2 stokjes in de laatste steek.
5. Haak 3 losse en 1 stokje in de eerste steek, 7 stokjes (in de volgende 7 steken), 2 stokjes in de laatste steek.
6. Haak 3 losse en 1 stokje in de eerste steek, 9 stokjes (in de volgende 9 steken), 2 stokjes in de laatste steek.
7. Haak 3 losse en 1 stokje in de eerste steek, 11 stokjes (in de volgende 11 steken), 2 stokjes in de laatste steek.
8. Haak 3 losse en 1 stokje in de eerste steek, 13 stokjes (in de volgende 13 steken), 2 stokjes in de laatste steek.
9. Haak 3 losse en 1 stokje in de eerste steek, 15 stokjes (in de volgende 15 steken), 2 stokjes in de laatste steek.
10. Haak 3 losse en 1 stokje in de eerste steek, 17 stokjes (in de volgende 17 steken), 2 stokjes in de laatste steek.
11. Haak 3 losse en 1 stokje in de eerste steek, 19 stokjes (in de volgende 19 steken), 2 stokjes in de laatste steek.
12. Haak 3 losse en 1 stokje in de eerste steek, 21 stokjes (in de volgende 21 steken), 2 stokjes in de laatste steek.
13. Haak 3 losse en 1 stokje in de eerste steek, 23 stokjes (in de volgende 23 steken), 2 stokjes in de laatste steek.
14. Haak 3 losse en 1 stokje in de eerste steek, 25 stokjes (in de volgende 25 steken), 2 stokjes in de laatste steek.
15. Knip (lang stukje) het draad door en haal het door het lusje heen.
Vouw de driehoek dubbel en naai de twee kanten aan elkaar vast vanaf de zesde toer onderaan (lange kant van de driehoek). (Zie foto’s)



Nu gaan we de kabouter in elkaar zetten.
Pak het vierkante lijfje (zakje) en pak een lang katoenen draad die dezelfde kleur is als de baard van de kabouter straks gaat worden. (Ligt grijs bij mijn kabouter). Rijg het draad ongeveer 1 cm van de bovenkant door het zakje heen (Foto: 1).
Pak de grote kraak (neus) en rijg de kraal aan de draadjes (Foto: 2 en 3)



De baard.
Neem 1 lang draad en knip 10 kortere draden. Knoop de 10 korte draadjes aan het lange draad vast (Zie foto’s voor de uitleg). Knip de baard op lengte recht af.
Let op dat wanneer je de baard aan de kraal vast maakt je de 2 draadjes van het zakje boven de neus legt.






Maak 2 kleine kraaltjes vast aan de 2 draadjes waarmee je het zakje open en dicht kan doen en strik hem boven op de neus vast. De lusjes van de strik laat je boven aan de neus zitten en de 2 draadjes met de kralen leg je beneden bij de baard neer. Zorg dat ze dezelfde lengte hebben als de baard.



De hoed.
Haak met een mooie kleur garen met de halve vaste steek een mooie sierrand op de hoed. De sierrand kan je natuurlijk ook erop borduren (Zie foto’s: 1 en 2).
Leg de hoed over de neus en baard heen en naai het puntje van (onderkant) de hoed vast aan de onderkant van het zakje. Doe dat ook aan de andere kant (Zie foto’s: 3, 4, 5 en 6).






Maak eerst het zakje open en stop er even wat vulsel in. Dit werkt fijner bij de volgende stappen. Maak het zakje weer dicht. Lusjes van de strik boven op de neus en de touwtjes met kralen onder de neus.
Trek nu voorzichtig de hoed over de baard en neus heen. Vouw de punt van de hoed naar de zijkant dubbel en naai het puntje vast aan het puntje van het zakje onderaan. Hecht alle draadjes af.
Naai een belletje of een pluimpje aan het puntje van de muts vast en maak boven op de muts een draadje met de overige 3 kralen vast zodat je de kabouter kan ophangen.



